In een zonnecel wordt licht rechtstreeks omgezet in elektriciteit. Een zonnecel bestaat uit een dun plaatje met aan de bovenzijde een negatieve lading en aan de onderzijde een positieve lading. Het plaatje is gemaakt van halfgeleidend materiaal, meestal Silicium, dat goed geleidt wanneer er licht op valt. De energie van het invallend licht brengt dan een elektrische stroom op gang.
Deze zonnecellen worden onderling verbonden en samen in een zogenaamd zonnepaneel geplaatst. Deze PV-panelen (PhotoVoltaic) worden in serie geschakeld.

1. Het zonnepaneel zet zonlicht om in elektrische energie.
2. De omvormer zet de gelijkstroom om in (230 V) wisselstroom.
3. De opgewekte elektrische energie kan direct worden toegepast.
4. Overtollige energie wordt aan het openbare elektriciteitsnet teruggeleverd. Wanneer er te weinig energie geproduceerd wordt, levert het net de nodige elektriciteit.